De uitkomsten van dit onderzoek kunt u lezen in het rapport: Jeugdhulp bij de huisarts. Hieronder leest u de samenvatting.
Werkwijze Jeugdhulp bij de Huisarts
Met het onderzoek ‘Jeugdhulp bij de Huisarts’ hebben Accare, Molendrift en Karakter samengewerkt om op grote schaal gegevens te verzamelen over functies waarin jeugdhulp wordt ingezet in de huisartsenpraktijk. Aan het onderzoek deden 51 professionals mee die werken als Praktijk Ondersteuner Huisartsen Jeugd (POH Jeugd), Specialistisch Ondersteuner Huisartsenzorg Jeugd-GGZ (SOH-JGGZ) of Ondersteuner Jeugd en Gezin (OJG). In dit rapport gebruiken we voor deze functies de gezamenlijke naam Praktijkondersteuner Jeugd. De deelnemende Praktijkondersteuners Jeugd registreerden geanonimiseerde data over 2439 cliëntentrajecten via een uniform registratiebestand. Ook verzamelden we de successen en knelpunten die 51 betrokkenen (o.a. Praktijkondersteuners Jeugd, huisartsen, gebiedsteams, gemeenten) zijn tegengekomen, en de ervaringen van 181 jeugdigen en ouders. Met deze gegevens wilden we leren over de functie van Praktijkondersteuner Jeugd: welke kenmerken heeft de functie in de praktijk, wat zijn de resultaten van de inzet van de Praktijkondersteuner Jeugd en wat zijn de ervaringen van betrokken professionals en cliënten? Op basis daarvan doen we aanbevelingen om de functie van Praktijkondersteuner Jeugd verder te ontwikkelen.
Hulp door de POH Jeugd en Gezin
De Praktijkondersteuner Jeugd ziet een brede variatie aan problemen van jeugdigen, met als doel te zorgen dat zij de juiste hulp krijgen. De ouder(s) en de jeugdige zelf nemen vaak het initiatief tot het zoeken van hulp. Het merendeel van de hulpvragen heeft betrekking op het psychosociaal functioneren van de jeugdige, zoals emotionele problemen (zoals angst-, stemmings- en verwerkingsproblematiek en teruggetrokken gedrag) en gedragsproblemen (zoals druk en impulsief gedrag, problemen met aandacht en hyperactiviteit en impulsbeheersing, of opstandig en antisociaal gedrag). Daarnaast komen ouders met vragen die te maken hebben met het gezin of de opvoeding,
Van de jeugdigen die de Praktijkondersteuner Jeugd ziet, wordt 41% door hen zelf geholpen zonder dat het tot een verwijzing komt. Deze cliënttrajecten zijn vrijwel altijd weinig intensief en kortdurend. Belangrijk in het werk van de Praktijkondersteuner Jeugd blijkt vraagverheldering (triage en screening). Verder blijkt dat de Praktijkondersteuner vaak psycho-educatie, ondersteunende gesprekken bij psychosociale problemen, opvoedondersteuning en bemiddeling of begeleiding bij verwijzing toepast.
Bij 47% van de trajecten verwijst de Praktijkondersteuner Jeugd ouders en jeugdigen door naar passende hulp. Daarnaast wordt de Praktijkondersteuner Jeugd in 12% van de trajecten ingezet om een wachttijd te overbruggen, werkt deze samen met al eerder ingezette hulpverleners, of is hulp door de Praktijkondersteuner Jeugd bedoeld als tijdelijke intensivering van een lopend hulptraject. De Praktijkondersteuner Jeugd verwijst het vaakst naar Specialistische Jeugd-GGZ/GGZ, maar ook regelmatig naar Generalistische basis-GGZ of een CJG, wijk-of gebiedsteam (45%, 16% en 12% van de verwijzingen).
Successen van de POH Jeugd en Gezin
Uit dit onderzoek blijkt dat de functie van Praktijkondersteuner Jeugd op verschillende manieren toegevoegde waarde heeft bij problemen rondom opgroeien, gedrag en opvoeden. Praktijkondersteuners Jeugd, huisartsen, medewerkers van het CJG, wijk- of gebiedsteam, beleidsambtenaren van gemeenten, jeugdigen en ouders zijn over het algemeen positief over de ondersteuning. De laagdrempelige aard van de functie wordt gezien als een belangrijke succesfactor van de Praktijkondersteuner Jeugd. De huisartsenpraktijk biedt een vertrouwde omgeving, dichtbij huis, waardoor de drempel voor het zoeken van hulp lager is. Soms ook voor gezinnen die eerder niet voor hulp open stonden.
Een ander veelgenoemd succes is dat de kwaliteit van de zorg verbeterd is doordat jeugdigen sneller hulp krijgen. Ook vinden zij het aanbod voor kortdurende en/of lichte zorg voor jeugdigen verbeterd. De triage is volgens de betrokkenen verbeterd doordat de Praktijkondersteuner Jeugd een betere inschatting maakt van de problematiek van de jeugdige dan de huisarts. Verder zien de betrokkenen in de praktijk dat er meer ingezet wordt op preventie: eerder en sneller hulp bieden om verergering te voorkomen. Hun inschatting is dat dit alles ertoe leidt dat verwijzingen naar de Specialistische Jeugd-GGZ (SGGZ) beter onderbouwd en meer doordacht zijn.
Minder verwijzen?
We hebben geprobeerd om het idee dat de inzet van de Praktijkondersteuner Jeugd leidt tot minder onnodige verwijzingen naar de SGGZ te staven: heeft de Praktijkondersteuner Jeugd nu bij 41% van de jeugdigen een verwijzing voorkomen? Wij denken dat die conclusie op basis van de huidige data niet getrokken kan worden om de volgende redenen. Op dit moment zijn niet de juiste data beschikbaar om een vergelijking mogelijk te maken van verwijsstromen tussen huisartsenpraktijken met en zonder een Praktijkondersteuner Jeugd. De huidige registraties (zowel aan de kant van gemeenten als bij de huisartsen) moeten aanzienlijk aangescherpt worden om een dergelijke analyse mogelijk te maken. Daarnaast voorkomt nieuw aanbod niet alleen onnodige zorg, het creëert mogelijk ook een nieuwe vraag. De laagdrempeligheid van de Praktijkondersteuner Jeugd zorgt er mogelijk voor dat bepaalde jeugdigen hulp krijgen, die dat eerder niet kregen. Dit kunnen zowel jeugdigen met lichtere als jeugdigen met zwaardere problematiek zijn. De grootte van dat mogelijk toegenomen bereik is nu onduidelijk, en moeilijk te onderzoeken.
Zorgen voor effectieve, vroege hulp
Verschillende bronnen in de literatuur laten zien dat als in een vroeg stadium effectieve hulp wordt ingezet dit escalatie van problemen kan voorkomen en kan zorgen voor individuele en maatschappelijke gezondheidswinst op latere leeftijd. Door ervoor te zorgen dat de Praktijkondersteuner Jeugd vroeg effectieve hulp biedt, kunnen we er dus voor zorgen dat kortdurende trajecten ook op langere termijn effectief zijn. Met andere woorden: alleen met de juiste hulp worden jeugdigen niet alsnog verwezen of zijn toekomstige problemen te voorkomen. De resultaten van dit onderzoek bieden verschillende aanknopingspunten om de effectiviteit van de Praktijkondersteuner Jeugd te optimaliseren:
Natuurlijk blijft dit onderwerp ons bezighouden. Daarom werken we verder aan dit thema in verschillende vervolgprojecten. Ten eerste schrijven we wetenschappelijke artikelen waarin de reeds verzamelde data verder wordt uitgediept. Daarnaast willen we aanvullend onderzoek doen waarin we kijken wat er op langere termijn gebeurt met jeugdigen die bij de Praktijkondersteuner Jeugd zijn geweest. We doen verslag van nieuwe ontwikkelen rondom Jeugdhulp bij de Huisarts op de website van het onderzoek: www.jeugdhulpbijdehuisarts.nl.