Data

Bron 1: Registratiebestand

Voor het onderzoek Jeugdhulp bij de Huisarts ontwikkelden we een bestand in het programma Excel. Met dit registratiebestand verzamelden we uniforme gegevens bij alle POH’s Jeugd en Gezin die aan het onderzoek hebben meegewerkt. In het registratiebestand brachten zij hun achtergrond en activiteiten in kaart: gegevens over de praktijksetting, hun achtergrond (opleiding en ervaring) en ze hielden er gegevens over hun lopende en afgesloten cliënttrajecten in bij, zoals bijvoorbeeld de hulpvraag, het aantal contacten, ingezette interventies en verwijzingen. Bijlage 2 geeft een overzicht van de gegevens in het bestand.

Het registratiebestand was zo ingericht dat de POH Jeugd en Gezin zelf overzicht kon houden over de cliënttrajecten. Daarnaast werd het instrument in de verschillende pilots ook gebruikt door de projectleiders (vaak de gemeenten) voor lokale evaluatie en rapportage. Doordat de onderzoekers met de projectleiders samenwerkten, werd het bestand zoveel mogelijk aangepast op de lokale behoeften zonder dat uniforme dataverzameling in gevaar kwam. De POH’s Jeugd en Gezin die deelnemen aan dit onderzoek registreerden daardoor over verschillende tijdsbestekken en in verschillende  fases van pilots data. Aan het eind van de registratieperiode werden de gegevens van alle pilot verzameld in een databestand. De onderzoekers ontvingen voor dit onderzoek alleen geanonimiseerde gegevens.

Bron 2: Evaluatie onder professionals

Binnen de pilots met de OJG in de provincie Groningen werden na (onder andere) zes maanden evaluatiegesprekken gevoerd, waarbij we in het kader van dit onderzoek konden aansluiten. Deze gesprekken werden geleid door de projectleider OJG van de RIGG en de verschillende stakeholders die betrokken waren bij die pilot waren bij de evaluatiegesprekken aanwezig, zoals:

  • de Ondersteuner(s) Jeugd en Gezin (OJG),
  • beleidsmedewerker van de gemeente,
  • professionals vanuit het basisteam en
  • huisarts(en).

Soms waren er ook nog andere betrokkenen aanwezig, zoals bijvoorbeeld een leidinggevende vanuit de detacherende organisatie van de OJG. Doordat deelnemers met deze verschillende perspectieven elkaar aanvullen, ontstond een redelijk compleet beeld van de ervaringen.

De onderzoeker vroeg aanwezigen om al aan het begin van de bijeenkomst de volgende twee vragen in te vullen, en hun antwoorden schriftelijk toe te lichten:

1)  Wat is het grootste succes van de pilot met de Ondersteuner Jeugd en Gezin?

2)  Wat is het grootste knelpunt in de pilot met de Ondersteuner Jeugd en Gezin?

Daarnaast observeerde ze het verdere verloop van de evaluatiegesprekken, waarin de projectleider OJG zogenaamde trimesterrapportages besprak met de aanwezigen.

Nadien maakte de onderzoeker per evaluatiebijeenkomst een samenvatting (1-2 A4). De samenvattingen per evaluatiebijeenkomst werden daarnaast door de projectleider gebruikt voor lokale evaluatie en rapportage.

Bron 3: Vragenlijst voor cliënten

Binnen de pilots met de OJG en de SOH-JGGZ is gewerkt met een korte cliëntenvragenlijst. Het vragen naar ervaringen van jeugdigen en ouders met de hulp van de POH Jeugd en Gezin was binnen dit onderzoek een uitdaging. De in de jeugdhulp gebruikte vragenlijsten zijn meestal bedoeld voor het evalueren van intensievere of langer durende trajecten. De trajecten van de POH Jeugd en Gezin zijn in de regel korter en minder intensief. Soms bestaan ze bijvoorbeeld maar uit 1 of 2 contacten. We hebben dus gezocht naar een lijst die ook gebruikt kan worden in dergelijke korte contacten en die ook aansluit bij het doel van de hulp. Uitgangspunt binnen het onderzoek Jeugdhulp bij de Huisarts was dat het invullen van de lijst de cliënt niet meer dan 5-10 minuten mocht kosten.

In het uitvragen van ervaringen van jeugdigen en hun ouders, hebben we daarom een selectie gemaakt in de thema’s die we relevant vinden gezien de aard van het contact tussen de POH Jeugd en Gezin en de gezinnen: (1) gezamenlijke besluitvorming (gebaseerd op de vraagstellingen uit de Collaborate-vragenlijst en (2) het behalen van het doel waarvoor de cliënt hulp vroeg. Binnen de pilot met de OJG hebben we daarnaast nog 2 aanvullende stellingen opgenomen die meten of de cliënt de hulp heeft ervaren als een positieve bijdrage aan zijn/haar situatie en de zogenaamde promotor-vraag (Zou u de POH Jeugd en Gezin aanraden aan een vriend?). Tenslotte vroegen we cliënten naar hun algemene opmerkingen over en/of verbetertips. Er was een versie voor ouders/verzorgers en een versie voor jeugdigen van 12 jaar en ouder. Bijlage 3 bevat een overzicht van de gebruikte vragen.

Bij de pilot OJG werd gedurende een periode van 3-4 maanden bij elke laatste afspraak een vragenlijst uitgedeeld. Cliënten die de vragenlijst wilden invullen, werd gevraagd om dat direct te doen, in de wachtkamer van de huisarts. Daarna werd hen gevraagd om de vragenlijst in een gesloten enveloppe af te geven bij de doktersassistenten. Bij de SOH-JGGZ was deze vragenlijst gedurende de gehele meetperiode afgenomen tijdens het laatste contact. Cliënten konden de vragenlijst direct invullen en afgeven of thuis invullen en terug sturen.

  • In dit rapport hanteren we een verzamelnaam voor de functies van POH Jeugd, SOH-JGGZ en OJG, namelijk de term POH Jeugd en Gezin. Alleen daar waar de resultaten betrekking hebben op de specifieke subgroep, gebruiken we de betreffende functienaam. Op die manier is het rapport leesbaarder, en is het duidelijk waar we de resultaten generaliseren.
  • Alleen gebruikt in de pilot OJG in de regio Groningen.
  • Gegevens verzameld in de provincie Groningen en in de werkregio van Karakter.
  • Bijvoorbeeld Jeugdthermometer, C-toets of Exit-vragenlijst.
  • Verwijzing Collaborate opnemen
  • Hierbij hebben we gebruik gemaakt van de GAS-methodiek (ref invoegen)

[object Object]